
Tijdens het autorijden ben ik gevoelig voor paniekaanvallen, vaak gepaard met een gevoel van derealisatie. Het lijkt alsof alles om me heenl heel nep is, maar tegenlijkertijd realiseer ik mij dat ik heel kwetsbaar ben. Eén stuurbeweging naar links kan betekenen dat ik frontaal op een tegenligger bots. Het idee dat de tegenligger andersom ook mijn leven in handen heeft, maakt het nog angstaanjagender. Ik heb dit vooral bij het autorijden met hoge snelheden, bij 80 wegen of sneller. Slecht zicht doordat het donker is of omdat het hard regent, versterkt de angst alleen maar.
Niet willen toegeven
Tijdens het autorijden wil ik niet toegeven aan de paniekaanvallen. Ik wil blijven rijden en niet bijvoorbeeld mijn vriendin laten rijden. Toch werd het één keer zo erg, dat ik de eerstvolgende afslag van de snelweg heb gepakt en daar heb omgewisseld. Ik ben bang dat als ik daaraan toegeef, het uiteindelijk kan leiden tot een volledige angst om te rijden. Daarom probeer ik een vorm van exposure toe te passen, door mezelf te dwingen achter het stuur te blijven en mijn angst onder controle te houden.
Angst voor de ‘automatische piloot’
Soms realiseer ik mij dat het auto rijden vanzelf gaat. Terwijl ik volledig in gedachten verzonken ben, beweeg ik me van A naar B. Wanneer ik me plots realiseer hoe snel en gevaarlijk het eigenlijk is, slaat de angst toe. Het liefst wil ik stoppen met deze gedachten om paniek te voorkomen, maar dat werkt vaak averechts. Hoe harder ik probeer het los te laten, hoe sterker de angst wordt en hoe moeilijker het is om uit die spiraal te komen.
Hoe om te gaan met deze paniekaanval?
Het belangrijkste is te beseffen dat ik mezelf vooral gek maak in mijn hoofd. Die gedachten maken het probleem alleen maar groter. Daarom probeer ik mijn gedachten te accepteren en me vervolgens te richten op wat ik voel. Dit doe ik door mijn zintuigen bewust te gebruiken.
Wat voor mij het beste werkt, is mijn hand op mijn buik leggen en me concentreren op de bewegingen en sensaties die ik daarbij voel. Mijn hand beweegt rustig op en neer, door mijn ademhaling. Door hierop te focussen, merk ik dat ik rustiger word.
Het is heel normaal dat de angst voor autorijden soms weer even opkomt. Als dat gebeurt, herken ik het gevoel na een tijdje, accepteer ik het en breng ik mijn aandacht weer terug naar mijn ademhaling en de beweging van mijn hand. Op die manier blijf ik zoveel mogelijk kalm en in controle.